tokiohotelverhalen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

In Die Nacht

Ga naar beneden

In Die Nacht Empty In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:54 am

achterkant:


Als Marleen haar twee grootste idolen bij haar thuis uitnodigt, worden ze allebei verliefd op haar.

Marleen weet dat dit nooit gaat werken, want ze heeft nog maar twee jaar te leven.

Ze hangt een hoop leugens op, om zo haar idolen uit huis te krijgen.

Later blijkt door vele misverstanden dat ze toch wel erg gehecht is aan de vriendschap tussen de twee broers, en haar.








1.

Boos smijt ik de brief op de grond. Ik wist wel dat het nooit waar kon zijn. Het klonk te mooi. Hij samen met mij naar de after party van de première van Arthur und die Minimoys. Samen gezellig wat drinken, en toen nodigde hij me ook nog uit om na afloop met hem mee te gaan naar zijn kamer. Ik was dolgelukkig. We hadden natuurlijk onze nummers en adressen uitgewisseld. Het leek zo perfect…

Ik loop naar buiten toe. Het is gewoon zo gemeen dat hij niet hier kan zijn. Hij was gewoon alles wat ik me voor kon stellen. Ik pak de telefoon en bel hem op.

‘Met Bill.’

‘Met Marleen.’

Even is het stil.

‘Je hebt zeker net mijn brief gehad?’

‘Ik vind het echt zwak van je. En ik ben ontzettend boos op je. Dat je nog niet eens het lef hebt om het zo in mijn gezicht te zeggen. Dat vind ik echt zwak.’

‘Wat bedoel je?’

‘Ik heb geen zin om te praten met laffe mensen. Doe de groeten aan de rest, en veel plezier met jullie leven. Doei!’

Boos hang ik op. Meteen heb ik weer spijt. Bill moest verder toeren, en ik kon gewoon niet mee. Ik wist het wel, maar toch doet het pijn. Ik raap de brief op, en loop naar de keuken toe. Het is al half 7, en ik heb mijn medicijnen nog niet ingenomen. Ik pak de grote doos, en haal er vier ritsen pillen uit. De grote rode is voor vitamine B, de witte voor vitamine C, en de gele en de kleine rode zijn voor mijn weerstand. Ik pak een glas water, en slik de pillen door. Daarna zet ik water op, en pak een zakje Cup-a-Soup, en schud het in een mok.

Net als ik op de bank zit gaat mijn telefoon weer.

‘Met Marleen’

‘Ja, met Tom.’

‘Durft Bill nu niet eens meer zelf te bellen, ofzo?’

‘Nee, ik bel gewoon uit mezelf. Ben je boos op Bill?’

Ik zucht.

‘Hij is weggegaan zonder iets te zeggen. En ik had een verassing voor hem.’

Ik denk aan het grote cadeau op mijn kamer. Het is een grote leeuw, met een hartje tussen zijn poten. Op het hartje staat U ‘ND ME 4EVER. Dat heb ik er zelf opgenaaid.

‘Bill heeft spijt.’

‘Ik heb hier geen tijd voor. Ik heb het al moeilijk genoeg.’

Ik denk aan volgende week donderdag. Dan begin ik te snikken.

‘Is alles goed? Wil je het vertellen? Als je iets wil vertellen, kan dat altijd!’

‘Nee, het is niks. Zeg maar tegen bill dat hij het goed kan maken, als hij snel weer langskomt.’

‘Zal ik doen. En als er iets is kan je altijd bellen!’

Ik glimlach door mijn tranen heen

‘Dankje. Doei. Groetjes aan iedereen.’

Als ik de telefoon hem neergelegd, heb ik ineens geen honger meer. Donderdag komt de uitslag. De uitslag die de rest van mijn leven gaat bepalen. Ik had er al zo lang niet aan gedacht. Ik was het bijna weer vergeten. Maar nu komt het harder terug. Ik kijk verdrietig naar het zwarte televisiescherm. Een naar gevoel bekruipt me. Zo’n gevoel dat je niet kan weerhouden, en als het er eenmaal is, gaat het bijna niet meer weg. Het zweet breekt me uit. Het voelt of ik geen eigen wil heb, dat mijn lichaam zelf doet wat het wil. Dat ik niks kan doen. Ik begin helemaal te tintelen, en overal kriebelt het, maar ik krijg mezelf niet onder controle. Ik probeer op te staan, maar mijn kuitspieren zijn helemaal stijf. Ik probeer me aan mijn arm omhoog te trekken, maar mijn spieren zijn te slap.

Pas na een minuut of tien trekt het gevoel weg. Langzaam, bang dat het terugkomt, sta ik op. Ik pak mijn mok soep, en eet er wat van. Honger heb ik al lang niet meer, en de soep is ook nog koud. Boos spoel ik het door de gootsteen heen. Ondertussen is het al 7 uur, en ik zet de televisie aan. Er is niet echt veel op, en een film volgen wil ik niet. Na het journaal zet ik de tv weer uit, en loop naar boven toe. Het gevoel in mijn benen is al weer bijna helemaal terug. Als ik mijn kamer inloop, val ik meteen neer op bed, en doe mijn ogen dicht.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:54 am

De warme zonnestralen schijnen op mijn gezicht. Het lijkt net zomer, terwijl het nog maar net april is. Als ik opsta begint mijn hoofd te tollen. Langzaam trekt het weer weg. Nu heb ik wel honger. Beneden smeer ik vier boterhammen voor mezelf, en ga ze op de bank opeten. Als ik op mijn telefoon kijk, heb ik een sms-je.

Marleen. Waarom neem je niet op?? Is er iets? Bel even terug!

Afzender staat er niet bij, en de telefoon herken ik ook niet. Ik toets het nummer in, en hij gaat over.

‘Met Marleen.’

‘Eindelijk! Je neemt op! Wat was er?’

Het is Tom.

‘Ik was zo ongerust!’

‘Ik voelde me ineens heel slecht. Ik was vroeg naar bed gegaan.’

‘Het was nog niet eens half 9!’

‘Tom, ik bepaal zelf wel hoe laat ik naar bed ga, en je hoeft je helemaal niet ongerust te maken.’

‘Ow, sorry, ik wil je alleen maar helpen.’

‘Waarmee?’ hoor ik Bill op de achtergrond roepen. Tom legt ze telefoon neer.

‘Dat maakt jou niks uit. Dat is tussen mij en Marleen.’

‘Ga je haar nu ook al van me afpakken?’

En er valt een deur dicht. Tom pakt de telefoon weer.

‘Sorry hoor, maar wat zei je net?’

‘Ik zei dat als ik hulp wilde, ik die wel zou vragen.’

‘Ow..’

‘Sorry, zo bedoel ik het niet. Je zou me niet begrijpen. Niemand doet dat.’

‘Alleen vertellen lucht al op.’

‘Liever niet. Kom maar een keer langs. Dan zeg ik het wel.’

‘Ow.. okee.’

Ik hoor dat Tom teleurgesteld is.

‘Maar dan moet je wel snel langskomen!’

‘Ja! Natuurlijk!’

Dan loopt mijn wekker af. Ik moet mijn medicijnen weer innemen.

Tom hoort het.

‘Wat is dat?’

Ik hoor de deur bij Tom weer openslaan.

‘Ow, mijn wekker. Ik moet mijn medicijnen weer innemen.’

‘Moet je ophangen, of kan je nog even aan de telefoon blijven?’

‘Tom, heb je een telefoondate ofzo?’ roept bill op de achtergrond. Tom legt zijn hand op de hoorn, maar ik hoor ze nog steeds.

‘Wat gaat jou dat aan?’

‘Ik heb gewoon geen zin om haar kwijt te raken! Zoek je eigen vriendin! Je hebt haar nog nooit gezien!’

‘Wat maakt dat nou uit! Ze is aardig! En trouwens, ik pak haar niet eens af. Na jouw uitbarsting komt ze zo wel naar me toe!’

Ik schiet in de lach.

‘Tom??’

‘Ja, Marleen?’

‘Ben je klaar met bekvechten?’

Ik slik de pilletjes met een hoop water door.

‘dat zijn een hoop medicijnen! Je bent nu al 5 minuten bezig.’

‘Uhu, 4 grote pillen, en in de winter ook nog een drankje.’

‘Wow! Dat is kij veel. Waarvoor moet je die slikken?’

Ik zucht.

‘Dat vertel ik liever niet. Ik hoop dat ik ze moet blijven slikken. Donderdag krijg ik de uitslag, en hopelijk is het niet verslechterd.’

‘Ik hoop dat alles goed komt!’

‘Ja, ik ook! Maar ik moet maar weer eens ophangen.’

‘Ooh, jammer, ik bel je snel weer.’

Bill begint weer te schreeuwen.

‘Ik wil haar ook nog spreken! Niet ophangen!’

‘Doei!’ zegt Tom tegen mij, en hij hangt op.

Ik glimlach. Even later gaat mijn telefoon weer.

‘Met Marleen.’

‘Ja, met Bill.’

‘Ik heb hier geen tijd voor, jongens.’

‘Maar ik wilde je ook spreken!’

Ik hoor een deur dichtslaan.

‘Ik wilde zeggen dat het me spijt van mijn lompe brief. Het moest eigenlijk anders gaan, met een etentje nog, alleen daar was geen tijd meer voor.’

Ik denk weer aan de knuffel op mijn kamer.

‘Wanneer ben je weer hier?’

‘Ik denk over een maand.’

‘Ow, dat is nog best lang. Ik weet niet of ik dat wel volhoud zonder jou en Tom.’

‘Hoezo mij en Tom?’

‘Gewoon, dat denk ik. Tom kan zo leuk luisteren.’

Ik glimlach in mezelf.

‘Maar jij bent ook lief, hoor.’

‘Jij ook. Jij bent veel liever als Tom.’

Ik glimlach. Ik voel mijn benen weer tintelen, maar niet zo erg als gister. Langzaam sta ik op. Donderdag komt steeds dichterbij.

‘Heb je nog iets te vertellen?’

‘Ik heb gedroomd over jou.’

‘Echt? Dat is leuk. Waar ging het over?’

‘Nauw, ik stapte in de toerbus, en daar zat jij met Tom. Jullie hadden het met elkaar, en Tom werd boos op mij, omdat ik binnen kwam. En toen trok hij jou mee naar buiten, en toen zei hij tegen mij dat jij hem veel liever vond. En toen renden jullie naar hebt bos, en ik rende jullie achterna, maar ik kon jullie niet vinden, en toen reed de bus ineens verder, met jullie er weer in. En ik was helemaal alleen gestrand, daar ergens. En het was zo eng, en het leek zo echt. Dus eigenlijk wilde ik weten of je echt iets met tom hebt.’

‘Vind je het dan zo erg?’

‘Nauw, eigenlijk wel.’

‘Ik heb niks met hem. Ik heb met niemand iets.’

‘Ow.. maar wat wilde je dan niet tegen tom zeggen?’

‘Waarom dringen jullie zo aan? Ik wil jullie niet ongerust maken!’

‘Maar dat maakt niet uit! Ik wil het graag weten!’

‘Ooooh! Ik zeg het wel! Mijn nieren werken bijna niet meer, en donderdag hoor ik of ik moet dialyseren, en ik heb er echt geen zin in. En als het dan nog slechter gaat, kan ik doodgaan, tenzij er een donor is, maar die kans is heel erg klein. Ik leef waarschijnlijk nog maar 5 jaar, tenzij er een donor is.’

‘Hè? Wat? Meen je dat? Dat is kij heftig!’

Ineens hoor ik dat tom de telefoon afpakt.

‘Geef hier!’

‘Nee, ik wil!’

‘Tom, geef terug!’

‘Jij doet het toch fout!’

Tuut tuut tuut. De lijn is verbroken. Boos gooi ik de telefoon op tafel. Ik wist wel dat ik het niet moest zeggen.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:54 am

Ik bel tom op.

‘Marleen! Eindelijk! Je neemt op! Hoe was het?’

‘Ik heb nog twee jaar te leven zoals ik nu leef, zonder donor.’

‘Wow, meen je dat? Dat is wel heftig.’

‘Wat is heftig?’ hoor ik bill roepen.

‘Niks, ik ben aan de telefoon.’

Ik zucht.

‘Wat is er?’ vraagt tom

‘Jullie hebben alsmaar ruzie. Dat is toch ook niet gezellig.’

‘Nee, maar waar ben je nu? Thuis? Dan kom ik zo even langs. We zijn in de buurt. Ik wil je ook wel eens zien.’

‘Is dat marleen?’ hoor ik bill weer.

‘Ik ga ook mee! Ik wil marleen ook zien!’

‘En bill wil ook mee.’ Zegt tom geïrriteerd.

‘Wanneer zijn jullie er?’

‘We staan over een half uur bij het busstation.’

‘Dan moet ik opschieten. Het is een half uur lopen.’

‘Okee, dan zie ik je zo wel! Doei!’



Snel pak ik mijn fiets, en fiets snel naar het dorp toe. Het voelt goed om de zon in mijn gezicht te hebben. Ik ben al een tijd niet buiten geweest, dus mijn huid is nogal bleek. Als ik aankom, staat er al een grote geblindeerde bus. Mijn hart begint harder te slaan. Het zijn toch mijn idolen.

Bill stapt uit de auto, en rent naar me toe. Ik krijg een knuffel van hem. Tom komt ook aangelopen, en knuffelt me ook. Bill pakt mijn fiets over, en zo lopen we naar huis.

‘Alles goed?’

‘Ja hoor, en met jou?’

‘Ook wel.’

Ik merk dat Tom naar me kijkt. Hij heeft nog helemaal niks gezegd. Ik glimlach naar hem. Ik zie dat hij rood word. Ik pak de hand van tom vast, en loop tegen hem aan.

‘Je mag best iets zeggen, Tom.’

Hij word nog roder.

‘Je..je..je bent best mooi.’

Nu word ik rood. Ik trek aan mijn bruine halflange haar. Het staat bijna recht overeind, zo statisch is het.

‘Dankje.’ Ik glimlach.

Dan begint mijn kuit weer te trekken. Het doet pijn, maar ik zeg er niks van. Ineens draait mijn voet weg, en val ik neer. De kramp trekt verder naar mijn knie, en het trekt ontzettend. Er rollen tranen over mijn wangen, en tom en bill kijken me verschrikt aan. Ik probeer te zitten in het hoge gras, maar het lukt niet. Mijn voet draait steeds verder weg. Ik probeer hem terug te draaien, maar dat doet alleen maar meer pijn. Ik begin te gillen van de pijn. Bill gooit de fiets neer, en komt langs me zitten.

‘Marleen, wat is er?’

‘Ze heeft pijn, dat zie je toch?’

‘Ik vroeg niks aan jou.’

Ik kan geen woord uitbrengen, en ik schreeuw nog harder. Ik raak helemaal buiten adem, en begin bijna te hyperventileren. Pas na een paar minuutjes trekt de pijn weer weg. Langzaam draait mijn voet weer terug. Ik zucht.

‘Dat hebben we dan ook weer gehad. Dat was kramp. Dat heb ik soms best vaak. Maar goed. zullen we verder gaan?’

Tom en bill kijken me raar aan. Ik schiet in de lach.

‘Wat is er? Zullen we weer verder gaan? Het is nog wel even lopen.’

‘Kan je nog lopen?’ vraagt bill bezorgd.

Ik glimlach

‘Hoe moet ik anders thuis komen?’

Bill raapt de fiets op.

‘Kom maar achterop.’

Tom gaat achterop zitten, en trekt me op zijn schoot. Bill begint te trappen. Tom houd me goed vast. Als ik me omdraai zie ik dat hij glimlacht. Ik glimlach terug.

We zijn bijna langs het weiland, en daarna moeten we een grote berg op. Als bill de berg ziet, zucht hij.

‘Dat haal ik niet.’

Tom drukt me tegen zich aan.

‘Watje, jij kan ook niks.’

‘Niet met jou achterop! Je bent loodzwaar!’

Ik spring eraf.

‘Ik loop wel.’ En ik loop rustig de berg op. Mijn kuiten doen geen pijn meer. Bill komt me achterna.

‘Lukt dat?’

Boos draai ik me om.

‘Ik ben niet gehandicapt, okee?’ en ik ren verder naar boven toe. Als ik boven sta, kijk ik uit over de hele omgeving. Er staat maar één huis. Mijn huis. En in de wei staat een paard. Ook van mij. Als tom en bill boven komen, kijken ze met grote ogen rond.

‘Het is hier kij mooi! Woon jij daar?’ tom wijst mijn huis aan. Ik knik.

‘Helemaal alleen. Zullen we verder wandelen?’

En we lopen rustig naar beneden toe. Tom heeft nu de fiets vast, en bill mijn hand. Het voelt nog steeds als een droom. Ik met mijn grote idolen op weg naar mijn huis. Als we zijn aangekomen loop ik vrolijk naar binnen toe. Tom en bill lopen me achterna. Ik kijk op de klok. Het is al half twee. Snel loop ik naar de keuken, en pak mijn medicijnen. Het zijn nu zes pillen. Moeizaam slik ik de door. Tom en bill kijken me aan.

‘Dat zijn een hoop medicijnen.’

Ik knik.

‘Ik moet wel.’

Ik denk aan hoe mijn leven er over twee jaar uit zal zien. Zal ik er dan nog zijn? of ben ik dan al dood? Hoe zou ik er dan uit zien? Zou ik nog thuis leven?

Er rolt een traan over mijn wang. Bill ziet het, en knuffelt me.

‘Rustig maar. Je bent er nog. Er is niks aan de hand.’

Als ik gekalmeerd ben, pakt bill mijn hoofd vast, en komt steeds dichterbij. Hij doet langzaam zijn ogen dicht. Ik kan zijn adem nu horen. Ik voel hoe zijn lippen de mijne raken.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:55 am

‘Tom doe niet zo flauw!’

Bill en ik lopen door de tuin heen. Tom was boos weggelopen, nadat hij mij en bill zag zoenen. Ik had meteen spijt. Ik loop naar Hugo toe. Hinnikend komt hij op me afgelopen. Ik aai hem over zijn bles.

‘Heb je Tom gezien?’

Ik stap onder het hek door in de wei. Hugo loopt naar de andere kant van de wei toe. Ik zie iets roods verschijnen. Het is de pet van Tom. Langzaam loop ik naar hem toe. Ik sta achter Hugo.

‘Dankjewel.’

Tom kijkt op. Hij staat op, en loopt weg. Vlug loop ik hem achterna, en pak zijn arm.

‘Met weglopen bereik je niks.’

Tom kijkt me aan.

‘Hij doet het iedere keer weer. Altijd pakt hij mijn vrienden af. Nooit kan ik eens rustig met iemand kletsen, of hij komt erbij. Hij pakt iedereen van me af. Altijd.’

Ik knuffel tom.

‘Hij kan mij niet van jou afpakken. Ik ben je nu toch al kwijt.’

Er rolt een traan over mijn wang. En nog een. En nog een. Steeds meer tranen rollen naar beneden. Ik zak neer in het gras. Ik weet niet wat ik moet doen.

Eerst heb ik niemand, en nu ineens twee mensen. Ik kan niet kiezen.

Niet nu.

Ik sta weer op, en loop naar Hugo toe. Ik neem een aanloop, en spring op zijn rug. Dan begint hij te stappen. Steeds harder. Het stappen gaat over in draven, en uiteindelijk springt hij in galop.

Het lijkt net of hij me wil helpen mijn problemen te vergeten. Of hij me wil helpen ze achter te laten. Om Tom achter te laten. Alles achter te laten.

Ik glijd steeds verder weg, maar het kan me niks schelen. Ik weet niet meer waar ik ergens ben. Ik weet niet eens of ik er wel wil zijn.

Ik laat me van zijn rug glijden, en val hard neer in het gras. Het kan me niks schelen. Ik voel hoe de dreun nog nagalmt in mijn hoofd. Het ging hard, maar toch voel ik geen pijn.

Ik heb geen zin om op te staan. Ik heb zelfs geen zin om mijn ogen open te doen.

Ik blijf stil liggen. Het gras is lekker warm, en de zon schijnt op mijn gezicht.

Hugo staat langs me. Hij blaast in mijn gezicht. Ineens loopt hij weg.

Er komt iemand aan. Ik voel hoe iemand me bij mijn wangen grijpt.

‘Marleen. Marleen!’

Het is Tom.

ik voel hoe hij mijn hartslag voelt, en naar me kijkt.

Ik zou willen dat ik mijn ogen open kon doen, en hem kon vertellen wat er is, maar ik ben te moe.

Alleen het ademen is al zwaar.

‘Marleen. Marleen! Zeg nou iets! Kom op!’

Ik probeer mijn hand op te tillen, maar het lukt niet. Dan val ik in slaap.















Langzaam doe ik mijn ogen open. Ik lig in bed. Bill zit langs me. Hij praat tegen me. Ik doe mijn ogen weer dicht. Ik heb geen zin om na te denken wat ik hier doe.

Mijn mond is kurkdroog. Ik heb geen zin om wakker te blijven, en val weer in slaap.

































Langzaam ga ik zitten. Ik kijk mijn kamer rond. Tom zit langs me. Hij glimlacht naar me.

‘Je hebt me wel laten schrikken toen je niet meer opstond.’

‘Ja..’

Mijn mond is kurkdroog.

‘het is al de volgende dag. Volgens de dokter is het niks ernstigs, en hij kon je geen medicijnen geven, omdat die zouden reageren op de medicijnen die je nu slikt.’

Ik sta op, maar Tom duwt me terug in bed.

‘Ik zou nog maar even blijven liggen.’

Ik knik. Tom praat vrolijk verder.

‘even dacht ik dat ik je kwijt was. Je reageerde niet meer, en zo. En jij maar denken dat je mij kwijt was. Ik wil je nooit meer kwijt.’

Tom komt met zijn hoofd gebogen op me af. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik duw hem zachtjes weg.

‘sorry tom, ik kan dit niet maken tegenover je broer.’

Ik zie bill staan in de deurpost. Tom zit er met zijn rug naar toe.

‘hij is hier toch niet? Hij komt er nooit achter. En ik hou echt van je.’

Bill loopt mijn kamer in.

‘Lekker aan het kletsen?’

‘Ga weg.’

‘Hoezo?’

‘Omdat ik het vraag, okee? Ik ben nu met marleen bezig, en jij niet.’

‘Maar ze heeft mij anders wel gekust! En bij jou wil ze het niet.’

‘Dat komt omdat ze door die val nog moet rusten!’

‘Verzin het lekker zelf.’

Ik stap uit bed, en loop naar de kamer toe. Tom en bill hebben niks gemerkt. Het is buiten mooi weer. Mijn kleren heb ik nog aan. Ik maar de voordeur open, en stap naar buiten toe. Ik ga bij Hugo kijken.

‘Bedankt Hugo. Vandaag ga ik je weer berijden. Je bent een schat.

Tom en bill zijn alleen maar aan het ruziën. Ik snap er niks van. Ze merkten niet eens dat ik weg was. Gelukkig hem ik jou nog. Bij jou kan ik alles vertellen.’

En ik geef Hugo een zoen op zijn bles.

Hij kijkt me lief aan. Of hij wil zeggen dat ik alles bij hem kwijt kan, en verder niemand meer nodig heb.

‘Marleen! Waar ben je?!’

Tom en bill zijn buiten. Hugo loop naar de andere kant van de wei, en ik volg hem. Ik ga lekker in het gras zitten. De zon is lekker warm, en hier duurt het nog wel even voor tom en bill elkaar vinden.

Ze stappen in de wei.

‘zie je wat je nu hebt gedaan?’

‘Ik? Jij kwam ineens binnenwandelen! Ik was gewoon aan het praten.’

‘Bij praten gebruik je je mond anders. Je kan er gewoon niet tegen dat ze voor mij gekozen heeft.’

‘Ooh, bill. Laat mij één kusje aan Marleen geven. Ééntje maar.’

‘Nee.’

‘Waarom niet?’

‘Omdat jij niet kan tellen. Dat zijn er dan gelijk al twintig, als jij klaar bent.’

‘Ik kan best tellen!’

En Tom geeft Bill een tik.

‘Jij komt niet verder als één!’

En Bill slaat Tom terug.

‘Jij durft marleen gewoon niet los te laten!’

En tom slaat bill vol op zijn rug.

‘Maar je moet straks wel, want ze gaat binnenkort dood!’

Bill gooit zich boven op tom. Ik sta op.

‘Is het hier om te doen? Dat ik straks toch dood ben? Want dan hoef ik jullie niet meer in huis!’

Ik trek bill van tom af. Bill komt langs me staan, maar ik duw hem weg.

‘Ik kies geen partij. Jullie lossen het zelf maar op. Als jullie klaar zijn mogen jullie weer naar binnen komen.’

En ik loop boos naar huis toe. Tom en bill beginnen weer te ruziën. Als ik buiten gehoorafstand ben, begin ik te snikken. Boos ren ik naar binnen toe. Ik snap het nu echt niet meer. Binnen pak ik de knuffel die ik voor Bill had gemaakt. Ik pak een schaar, en haal de letters die ik erop geweven het, eruit. Ik zet de knuffel langs me op de bank.

Zo zit ik een tijdje, tot Tom en Bill binnenkomen.

Tom heeft een diepe snee onder zijn oog, en Bill heeft een blauwe wang. Ik kijk ze aan.

‘Waarom doen jullie elkaar dit aan?’

Tom wil langs me zitten.

‘Bezet.’ Zeg ik en ik wijs naar de knuffel.

‘Straks mag je hier zitten. Dan ben ik naar Hugo toe.’

Tom en bill kijken me raar aan.

‘Wie is Hugo?’

‘iemand tegen wie ik alles kan vertellen, zonder dat hij het verder verteld. Hij luistert altijd, en vecht nooit. Hij helpt me altijd.’

Tom en bill kijken elkaar aan.

‘Dus…’

Ik sta op.

‘Ik ga. Doei!’

Ik loop naar buiten toe, en pak het zadel en hoofdstel.

Nadat ik Hugo geborsteld heb, zadel ik hem snel op, en rij het erf af. Tom en Bill zitten voor het raam te kijken. Ik zucht.

Zodra ik de hoek om ben, springt Hugo in galop. Heerlijk vind ik het, om zo te galopperen door de heuvels. Als ik boven aan de heuvel sta, kijk ik nog één keer om naar mijn huis. tom zit buiten op de stoep.

Daarna draaf ik hard naar beneden toe. Het is zo fijn om even vrij te zijn. even nergens aan te denken. Hoofdpijn heb ik ook niet meer.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:55 am

Ik gooi het zadel af, en breng Hugo naar de stal. Als ik weer binnenkom, zitten tom en bill aan tafel. Er is niet veel veranderd. Ze praten niet tegen elkaar. Ze kijken me alleen verbaasd aan.

‘je bent wel 5 uur lang weggeweest!’

‘ja.. nauw en? Mag ik nog niet eens meer weg?’

Ik kijk bill boos aan.

‘dit is anders wel mijn huis, en ik ben al 20, en ik kan makkelijk voor mezelf zorgen!’

Boos stamp ik mijn laarzen uit, gooi mijn jas op de grond, en ren naar boven toe. De leeuw ligt op het bed. De gaten zijn dichtgenaaid. Boos pak ik een schaar, en knip het hart eraf.

Daarna loop ik naar zolder toe. Ik pak de sleutel, en maak de deur open. Ik zet mijn muziek op. Heel hard. Het is In Die Nacht. Ik zing mee. Steeds harder. Als ik mijn zolder rondkijk, zie ik weer hoe erg ik van tom en bill houd. Heel mijn zolder hangt vol met posters en plaatjes van hun. Snikkend val ik neer op de bank. Ik verpest altijd alles.

De deurklink word naar beneden geduwd, maar hij zit op slot. Ik hoor niet wie het is, en zing nog harder mee. Het is al acht uur, maar ik heb nog steeds geen honger.

8 uur! Ik moet mijn medicijnen om 6 uur innemen! Snel maak ik de deur open, en loop naar beneden toe. Ik trek mijn medicijnen uit de kast, en slik ze snel door.

De laatste tijd vergeet ik ze steeds meer. Tom en bill kijken me nog steeds aan. Ik kan er niet goed tegen.

‘wat is er?’

‘we hebben het erover gehad, en als je bij Hugo gelukkig bent, dan vinden wij het goed.’

‘ja. Als jij gelukkig bent, zijn wij dat ook.’

Met moeite houden ze hun tranen in.

Ik vind het een beetje raar. Natuurlijk ben ik gelukkig met mijn paard, anders had ik hem toch nooit gekocht?

Tom trekt me bij hem op schoot. Zo zitten we een tijdje.

Tom trilt helemaal. Ik kijk hem aan.

‘wat is er?’

Dan begint hij te snikken. Ook bill begint te snikken. Ik knuffel tom, en houd de hand van bill vast. Ze beginnen steeds harder te snikken, en de tranen rollen over hun wangen. Tom begint helemaal te rillen. Ik troost ze nu allebei.

‘wat is er toch? Doe eens rustig!’

Als ze gekalmeerd zijn, laat ik ze los.

‘wat is er aan de hand?’

Bill begint weer opnieuw te snikken. Ik troost en knuffel hem.

‘ssttt. Rustig maar. Het komt goed.’

‘nee, dat komt het niet!’ zegt tom zachtjes.

‘hoezo niet?’

Tom haalt zijn neus op, en slikt een paar keer.

‘jij gaat over twee jaar dood, en ik wil graag verder met jou,, maar dat wil bill ook. Alleen dat kan niet. En ik mis je nu al, en ik wil niet verder met de toer, want ik wil bij jou blijven. en ik vind het zo erg voor je dat je dit allemaal mee moet maken. Ik zou zo met je willen ruilen want jij verdient dit niet. En je wil me nog niet eens kussen, want je hebt al met bill gezoend, maar hij zei net tegen mij dat ik ook met jou mocht zoenen voor een keer, zodat ik me beter zou voelen. En ik vind het zo erg.’

Dan begint tom ook weer te snikken.

Ik heb maar de helft verstaan van wat hij zei.

Nadat ze allebei klaar zijn met snikken, en hun tranen hebben afgedroogd, ga ik bij tom op schoot zitten.

‘wat zei je nou?’

‘ik mocht van bill met je zoenen als jij dat zou willen.’

Ik kijk bill aan, maar ik kan geen emotie op zijn gezicht aflezen. Zijn ogen staan glazig, en hij kijkt net langs me af.

Ik draai me naar tom. Ik weet niet goed wat ik moet doen. Ik voel me net een hoer, die het met iedereen doet. Het is wel oneerlijk tegenover tom, want ik heb niks met bill. Maar ik wil het ook geen valst hoop geven. Hij komt dichter naar me toe. Ik buig me ook naar hem toe. Onze lippen raken elkaar.

Het is precies hetzelfde als bij bill. Het voelt even slecht.













Ik sta op. Tom glimlacht even.

‘Hopelijk is Hugo nu niet boos.’

Ik reageer er niet op. Ze hebben niet door dat Hugo mijn paard is. Het is beter zo. Als ze denken dat ik op hem ben, doe ik hun ook geen pijn.

Ik begin aardappels te schillen.

‘wanneer gaat de toer verder?’

Tom haalt zijn schouders op.

‘ik heb hem twee jaar uit laten stellen.’

Ik draai me om.

‘ik hoop dat er een goede rede voor is.’

Tom knikt.

‘we wilden gewoon graag bij jou zijn, en je helpen.’

Ik kijk geshockeerd naar tom.

‘hoe kon je! Jullie zijn niet de enigste in deze band! Gustav en Georg zijn er ook nog! Hoe zouden die het vinden als jullie de toer opschuiven? Dat kan je toch niet maken! En wat dacht je van die fans! Allemaal alleen voor mij. Jullie gaan gewoon op toer. En waar zijn Gustav en Georg nu?’

‘in de bus, nog steeds.’

‘en die moeten daar twee jaar blijven?’

Ik loop naar buiten toe.

‘wat ga je doen?’ roept tom.

‘ik ga ze halen, wat anders!’

‘hoi, ik ben marleen. Tom en bill vroegen of jullie meekwamen. Nauw eigenlijk niet, maar ik kom jullie halen. Tom en bill zijn bij mij thuis.’ Gustav en Georg kijken elkaar raar aan. Ik trek hun mee.

‘bel onderweg maar even naar tom en bill om het te vragen, als je me niet gelooft.’
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:56 am

‘daar woon ik.’ En ik wijs mijn huis aan.

‘wow! dat is pas een groot huis.’

Ik glimlach. Tom zit voor de deur. Nog steeds. Hij komt naar me toegelopen, en geeft me een knuffel.

‘waarom moeten hun ook komen?’ Fluistert tom in mijn oor.

‘Het zijn je vrienden.’ Zeg ik zachtjes.

En we lopen naar binnen toe.

Bill zit nog steeds op de stoel. Ik ga bij hem op schoot zitten.

‘heej, rustig maar. Ik ben nog niet weg. Het is niet erg. Het is niet jouw fout.’

Er rolt weer een traan over zijn wang. Snel veeg ik hem weg, maar Gustav heeft het gezien. Hij wenkt me mee naar buiten toe. Ik geef bill een kusje op zijn wang, en loop achter Gustav aan.

‘wat is er?’

‘hoe bedoel je?’

‘eerst gaan tom en bill zomaar weg, dan kom jij ons ophalen, en zitten tom en bill hier heel zielig voor zich uit te staren. Er is iets aan de hand.’

Ik zucht, en loop naar Hugo toe.

‘kijk. Dit is Hugo. Tegen hem kan ik alles vertellen. Hij weet dat tom en bill me leuk vinden. Hij weet dat ik over twee jaar dood ben, omdat mijn nieren niet meer goed functioneren. Hij weet dat ik het niet erg vind. Het lucht op. Hij weet ook dat tom en bill het verschrikkelijk vinden. Zonder Hugo zou ik hier niet eens wonen.’

Ik aai Hugo door zijn manen heen. Gustav kijkt me raar aan.

‘hoe bedoel je niet erg?’

‘er is een donor nodig, zodat ik verder kan leven, maar dat komt ook niet altijd goed voor elkaar. Ik heb geen idee hoe groot de kans is dat ik hier over 10 jaar nog ben. Vast 5% ofzo. Ik heb me erbij neergelegd. Alleen tom en bill nog niet. Maar vraag er alsjeblieft niet naar.’

Gustav knikt langzaam.

‘ze hebben het er wel heel moeilijk mee.’

‘ze vinden me leuk. Ze zijn bijna de hele tijd bij me. Ik heb gezegd dat Hugo mijn vriend is. Maar ze weten niet dat Hugo een paard is. Misschien kun je dat beter niet zeggen, okee?’

Gustav knikt.

Ik trek hem mee naar binnen.

‘kom. Dan gaan we iets leuks doen.’











































Ik zet de tv op TMF, en schenk wat drinken in.

‘bill en ik gaan friet halen in het centrum. We zien jullie straks! Doei! En breek het huis niet af.’

‘haha, is goed! doei! Tot straks!’ roept tom terug.

Ik trek bill van de stoel, en loop naar buiten toe. Hij is nog steeds verdrietig.

‘ik vind het zo erg dat jij het niet erg vind.’

Ik hou met moeite mijn tranen binnen.

‘ik vind het erg moeilijk, maar ik heb me erbij neergelegd. Er is niks aan te doen. En natuurlijk vind ik het heel erg. Ik ben daarom ook hierheen verhuisd, toen bleek dat mijn nieren erg achteruit gingen. Ik wilde gewoon nog doen wat ik graag zou willen doen. En die heb ik nu gedaan. Ik heb jou ontmoet, en tom ontmoet. Ik heb Hugo nu. Ik woon hier perfect. Ik ben gestopt met mijn studie. dit bevalt me wel.’

Bill kijkt me raar aan.

‘dus je zou zo dood willen?’

Ik haal mijn schouders op.

‘natuurlijk niet willen, maar het gebeurt toch. Bij iedereen. En bij mij net iets sneller als bij de rest. Daar is niks aan te doen.’

Nu rolt er toch een traan over mijn wang. Bill omhelst me.

‘het vervelende is altijd dat als je het leuk hebt de tijd snel gaat.’

Ik glimlach.

‘we moeten er maar gewoon het beste van maken. Meer kunnen we ook niet doen. En ze hebben me bovenaan hun lijst staan, dus als ze iemand vinden, is die nier voor mij.’

Bill glimlacht ook.

‘toch is het erg dat juist jou dat moet overkomen. Ik zou zo met je willen ruilen.’

Ik glimlach.

‘dat had je niet gemogen van mij. Je moest eens weten hoeveel mensen je dan pijn zou doen, als je doodgaat. Bijna heel vrouwelijk europa van mijn leeftijd gaat je missen.’

Bill glimlacht.

‘maar ik weet niet of ik je wel kan missen. Want ik ken je nog niet zo lang, maar ik wil je nu al niet meer kwijt.’

Ik kijk op.

‘het is ook beter dat jullie weggaan.’

‘maar..’

‘nee, bill. Het is gewoon beter.’

En ik loop de frietzaak in. Bill blijft buiten wachten.









































Als ik weer buiten ben zie ik dat hij gehuild heeft.

‘ik wil je niet meer kwijt.’

‘ik jou ook niet, maar het moet toch.’

‘je wil zeker die laatste twee jaar nog met Hugo doorbrengen.’

Ik knik.

‘en jullie hebben een toer.’

En ik loop snel verder naar huis. ik vind het verschrikkelijk om tegen bill te moeten liegen. Maar anders gaat hij nooit meer weg.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:56 am

Georg en Gustav zijn weer terug naar de bus. Tom en bill liggen in slaapzakken langs me op de grond. Ik pak hun spullen vast in. Langzaam word tom wakker.

‘wat ben je aan het doen?’

‘ssst. Je maakt bill wakker.’

‘bill! Word wakker!’

Bill draait zich om. Ik geef tom een schop.

‘dankjewel hoor.’ Zeg ik boos.

Beneden smeer ik wat brood, en zet de borden neer op tafel. Dan loop ik naar buiten toe. Daar staat Hugo al op me te wachten. Ik pak een wortel, en wat voer, en vul zijn etensbak.

‘ga je vanmiddag mee tom en bill uitzwaaien?’

Ik aai Hugo nog een keer, en dan ga ik weer naar binnen.

Tom en bill zitten aan tafel.

‘waarom staan onze spullen hier?’

‘jullie moeten gaan.’

Tom en bill kijken me verbaasd aan.

‘hoezo?’

Ik zucht.

‘ik wil geen ruzie, okee? Ga nou maar.’

Tom en bill staan op.

‘kun je het niet uitleggen?’

Ik loop naar buiten toe.

Tranen springen in mijn ogen.

‘nee.’

Ik zadel Hugo op, en klim op zijn rug. Tom en bill kijken me aan. Ik zucht nog een keer.

‘ga nou. Ik rij nog een stukje mee. Schiet op.’

Bill pakt mijn hand vast.

‘waarom moet dit nou? Mogen we niet gewoon blijven? we betalen wel de boodschappen en zo, en we zullen je nooit in de weg lopen. En we zijn heel lief.’

‘maak het nu niet moeilijker als het is.’

‘maar zeg nauw waarom! Dat we een rede hebben. Ik wil je niet kwijt!

Ik trek mijn hand los.

‘dat zeg ik niet, want dan ben je het er toch niet mee eens. En ik heb geen zin in ruzie.’

Ik drijf Hugo aan. Ik weet niet of ik nu wel of niet moet vertellen dat Hugo mijn paard is. Ik zeg het niet.

Tom pakt het bit van Hugo vast.

‘laat maar bill. Het is haar huis, en als ze het zo wil..’

‘maar ik wil het zo niet!’ gaat bill eropin.

‘marleen leeft nog maar kort, en ik heb geen zin om dat ook nog te verzieken.’

Er rolt een traan over mijn wang, maar tom en bill merken het niet.

‘jij verziekt alles.’

‘jij nog meer. Je kan het gewoon niet hebben dat marleen je niet in huis wil.’

‘jij mag anders ook niet blijven!’

‘maar jij dramt steeds door!’

‘wat ben jij nu dan aan het doen?’

‘jij bent net begonnen!’

Ik trek aan de teugels.

‘loop maar alleen verder. Doei!’

En ik draai om, en galoppeer weg. Tranen rollen over mijn wangen. Dat het afscheid zo moet lopen is verschrikkelijk. Ik galoppeer lekker terug naar huis, en draaf nog wat rondjes op het erf.







Als ik weet binnen ben, is het toch leeg. Ik slik mijn medicijnen moeizaam door, en zak neer op de bank. Ik zet de tv aan, maar naar een minuut kijken ben ik dat ook al weer beu. Ik loop naar boven, toe en leg de slaapzakken weg. Bij allebei komt er een boek uitgerold. Het zijn pressies dezelfde boeken. Één in het blauw, en de andere rood. Op de blauwe staat BILL, en op de rode TOM.

Het zijn geen leesboeken. Ze zijn zelf volgeschreven door tom en bill.

Een soort dagboeken lijken het wel.

Lezen toe ik ze niet, want dat is persoonlijk van Tom en Bill.

Ik leg ze neer op het buro. Dan gaat mijn telefoon.

Het is Tom.

‘Met Tom.’

‘Met Marleen.’

‘Je hebt onze boekjes nog.’

‘Net gevonden, ja.’

‘je mag ze lezen. Ze gaan over jou.’

Ik sla de eerste bladzijde open van het rode boekje.

‘weet je het zeker?’

‘net zo zeker als jij het zeker weet dat je ons weg wil.’

Ik zucht.

‘ik wil het er liever niet over hebben, okee?’

‘het is jouw keuze. We gaan op toer, en we komen nog een keer in Nederland, en dan mag je VIP mee naar achter, en dan kunnen we je toch nog even zien.’

‘is goed.’

Er rolt geluidloos een traan over mijn wangen.

‘maar je moet beloven dat je de toer afmaakt, wat er ook gebeurt. En als er iets met een van jullie gebeurt, blijf bij elkaar. Kom alsjeblieft niet meer langs. Het is gewoon zo moeilijk.’

‘vind je ons niet aardig?’

‘nee, dat is het niet! Het is gewoon.. het is gewoon..’

‘is het Hugo?’

Tom zit er echt mee.

‘Ja. Hij werd ongeduldig dat jullie er waren. Ik had bijna geen tijd meer voor hem. Meestal kom ik iedere dag langs.’

‘oh.. okee. Doe maar de groetjes aan hem.’

‘doei.’

‘doei.’

En ik hang op. Ik pak het boek van tom.



Marleen.

Ik weet niet waar ik nu ben als je dit leest, maar ik denk dat ik niet meer bij je ben. En ik weet ook dat ik je dan heel erg ga missen..



Er rolt een traan over mijn wang, en ik sla het boekje dicht.

Ik lees een andere keer wel verder. Langzaam loop ik weer naar beneden toe. Mijn kuiten beginnen weer samen te trekken. Ik zak neer op de grond.

Toen tom en bill er waren had ik nergens last van. Ik wrijf eroverheen. Langzaam trekt de pijn weer weg.

Mijn telefoon gaat.

Het is Bill.

Ik heb geen zin om op te nemen. Ik zet mijn telefoon uit.

Dan word er aangebeld.

Ik loop met een vervelend voorgevoel naar de deur.

Het is bill.

‘neem nou op.’ Zegt hij met de telefoon aan zijn oor. Ik zucht, en loop naar buiten toe.

‘Bill. Ik vind het al zo moeilijk, en dan doe je dit. Ik dacht dat jullie al weg waren.’

‘Gustav moest weg. We vertrekken vanavond op zijn vroegst.’

Bill drukt zijn telefoon uit.

Ik zucht.

‘waarom kom je langs?’

‘wil je me soms niet meer zien?’

‘nee, juist wel! En daarom mág ik je niet meer zien. Ik doe het voor jou.’

‘hoezo dan?’

‘als we nou de hele tijd bij elkaar zijn, word het afscheid steeds moeilijker. Niet alleen voor jullie maar ook voor mij. En ik wil mijn leven graag goed afsluiten.’

‘Ow. Maar mogen we nog wel bellen? Want ik mis je nu al.’

Dan breekt zijn stem, en rollen er dikke tranen over zijn wangen.

Ik loop naar bill toe, en knuffel hem.

‘we gaan weer terug naar de bus.’

Bill stribbelt tegen, maar ik trek hem mee.

Boven aan de heuvel vind ik het moeilijk. Ik wil hem graag bij me houden, maar ik doe er tom en bill allebei pijn mee. Ik kijk hem aan.

‘nog één dag.’

Zeg ik zacht. Bill glimlacht.

‘dankjewel! Nu kan ik ten minste goed afscheid nemen!’

Ik zucht.

‘morgen voor twaalf uur ben je weg, okee?’

Bill knikt.

‘de rest vind het vast niet erg om te wachten. Ik zei al dat ik hier bleef.’

Langzaam sjokken we terug naar mijn huis.

Als we binnen komen, gaat gelijk mijn telefoon af.

Het is tom.

‘Met Marleen.’

‘Met Tom. Is bill bij jou?’

‘hoezo?’

‘ik dacht dat je ons weg wilde hebben.’

‘ik kan niet de deur voor zijn neus dichtgooien.’

‘bij mij dan wel?’

‘dat zeg ik niet.’

‘maar je doet het wel.’

Ineens word ik boos.

‘waarom bel je eigenlijk?’

‘omdat ik aan bill wil vragen of hij naar huis komt.’

‘bel dan op zijn telefoon! En hij blijft bij mij, tot ik het zeg dat hij weg mag.’

Bill kijkt me raar aan.

Tom flipt.

‘wát zeg je? Bill bepaald zelf wanneer hij weg gaat!’

‘ik zeg dat hij blijft, en als jij zo doet, kom je er niet in!’

‘dat hoeft nog niet eens meer!’

Zijn stem slaat over. Ik kijk bill aan. Ik wil geen ruzie met tom. Ik probeer het goed te maken.

‘weetje, tom?’

Zeg ik nu zacht.

‘je bent best wel raar aan het doen. Vind je het niet leuk dat bill hier is?’

Tom begint nog meer te schreeuwen.

‘natuurlijk niet! En ik kom hem nu persoonlijk halen!’

Ik hoor dat tom loopt.

Snel ga ik naar buiten toe. Ik ren naar de heuvel toe, met mijn telefoon aan mijn oor. Tom schreeuwt nog steeds.

‘ik verwacht straks een fatsoenlijke uitleg van jou!’

Ik loop hem tegemoet boven op de berg. Er rollen tranen over de wangen van tom. Hij kijkt me recht aan.

‘ik vind het echt gemeen van je. Je bent echt een stomme trut.’

Boos kijk ik hem aan.

‘weetje.. zoek het dan ook maar lekker uit!’

En ik ren boos weg. Ik zie niet waar ik loop, en knal vol met mijn hoofd tegen een boom aan. Ik val achterover. Zachtjes sta ik weer op. Tom kijkt me aan. Eerst wilde ik het nog goedmaken, maar nu niet meer. Ik kijk hem fel aan.

‘kan je het zien?’

‘jij botst tegen een boom aan!’

‘jij noemt me een trut!’

Tom kijkt me lang aan.

‘dat zei ik niet.’ Zegt hij zachtjes.

Ik ga zitten.

‘wel. En je hebt me er behoorlijk mee gekwetst. Ga bill maar halen. Als je het zo erg vind, ga dan maar weg. Ik hoor vast nog wel eens iets van jullie op het nieuws.’

Ik begin te snikken. Tom loopt naar me toe, en slaat zijn arm om mijn schouder.

Boos sta ik op, en ren weg.

‘ik zei dat je bill moest halen. Ik hoef jullie nooit meer te zien!’

Verdrietig loop ik naar Hugo toe.

‘het is beter voor hun.’

Ik zeg het de hele tijd tegen Hugo.

‘het is beter voor hun. Ik hoef nog maar twee jaar, hun nog een heel leven. Het is veel beter. Ze gaan verder met hun toer, en als ze klaar zijn mogen ze weer komen.’

Dan gaat mijn telefoon.

‘Zo had ik het niet bedoeld.’

Ik hang op.

Hij gaat weer.

‘Bill mag best blijven slapen.’

Ik hang weer op, en meteen gaat hij weer over.

‘sorry.’

Ik hang weer op.

Hij gaat wéér over.

‘het spijt me echt.’

‘Ik kan toch nooit boos blijven als jij zo doet!’

‘maar het spijt me. Ik viel uit. Bill mag best blijven slapen. natuurlijk mag dat.’

‘en dan moet jij zeker ook nog een nachtje blijven.’

‘nauw, nu je het zegt…’

‘we spreken het zo af, en niet anders. Bill gaat morgen om twaalf uur weg, dan kom jij, tot volgende dag twaalf uur. En dan vertrekken jullie om half 1, en gaan jullie verder met de toer. Okee?’

‘tot twaalf uur?’

‘graag of niet.’

‘okee, is goed. veel plezier met bill, en je ziet me morgen wel verschijnen.’

Ik hang op.

Tom loopt al naar de heuvel toe, en bill komt naar mij toe. Als Hugo bill ziet, is hij meteen weg.

Bill glimlacht.

‘Volgens mij mag hij me niet echt.’

Ik glimlach.

‘sorry van net. Ik vind het gewoon moeilijk. Jij vind mij leuk. En ik jou ook. Maar tom ook. En ik doe jullie heel veel pijn zo.’

Bill knuffelt me.

‘tom is soms best een zak. Maar mij kan je vertrouwen. Ik zou je nooit pijn doen. En je kan mij ook geen pijn doen. Ik wil graag je vriend zijn.’

‘ik doe je broer verdriet als ik ja zeg, maar jou als ik nee zeg. En ik haat knipperlichtrelaties. En ik wil ook niet overkomen als een hoer..’

‘jij bent nooit een hoer. En dat zal je ook nooit worden.’

‘beloofd?’

‘beloofd.’

Ik glimlach.

Samen lopen we naar binnen toe. Ik pak snel mijn medicijnen, en ga langs bill op de bank zitten. Hij kruipt steeds dichter naar me toe. Ik kijk hem aan. Hij glimlacht.

Hij legt zijn arm om mijn schouder heen. Dan kust hij me.

Steeds meer. Ik heb ooit wel eens gehoord van ruig zoenen, en dit komt er al aardig in de buurt.



Moe word ik wakker. Ik lig in mijn bed, en bill ligt langs me. Het is al half 12.

Ik heb hele erge hoofdpijn. Langzaam ga ik rechtop zitten. Mijn hoofd tolt. Langzaam sta ik op. Mijn hele kamer is een troep. Overal liggen spullen op de grond.

Ik probeer te herinneren wat er gisteravond gebeurt was, maar ik weet niets meer. Langzaam komt er weer wat terug.

Bill.

Bill en ik,

We liepen naar boven.

Naar bed

Condooms…
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:56 am

Langzaam word bill ook wakker. Hij gaat zitten.

‘dit was echt een gave nacht.’

Ik glimlach.

Ik voel me schuldig tegenover tom.

Als ik naar beneden toe loop, zie ik dat tom al voor de deur staat. Ik heb mijn kleren nog aan, dus ik maak snel open. Tom glimlacht.

‘je ziet er slaperig uit..’

Ik knik.

‘we hebben ook niet echt geslapen.’

Dan komt bill naar beneden. Hij heeft alleen een broek aan. Tom kijk van hem naar mij.

‘hebben jullie iets?’

‘dat weet ik eigenlijk niet echt.’ Zeg ik onzeker.

Bill komt langs me staan.

‘ik wil het wel graag.’

Ik kijk tom aan.

Tom zucht.

‘ik ook. Heel graag.’

Bill word boos.

‘ach man. Jij ligt morgen al met een ander in bed.’

‘doe normaal! Dat doe ik nooit.’

‘nee…’ bill rolt sarcastisch met mijn ogen.

Tom duwt hem aan de kant.

‘och, ga toch weg. Het is mijn beurt. Doei!’

Bill loopt boos naar boven toe. Als hij beneden komt heeft hij snel zijn shirt aan getrokken, en loopt zonder iets te zeggen naar buiten toe. Hij trekt boos de deur achter zich dicht. Ik kijk hem na. Tom ziet het, en omhelst me.

‘ik wilde even zeggen dat ik je toch wel heel erg leuk vind.’

Ik knik afwezig.

‘na morgen wil ik jullie niet meer zien.’

‘hè?’ zegt tom verbaasd.

‘hoezo?’

‘jullie hebben steeds ruzie door mij. En ik vind het helemaal niet leuk.’

‘het maakt niet uit. Bill heeft altijd een ochtendhumeur.’

Ik glimlach. Tom ook.

‘wat deden jullie eigenlijk?’

Ik zucht.

‘ik.. ik..ik weet het niet meer.. het is allemaal zo ingewikkeld. En ik wil geen hoer zijn.’

‘je bent nooit een hoer.’

‘beloofd?’

‘beloofd.’

Ik glimlach. Bill beloofde hetzelfde. Tom loopt langzaam naar me toe.

‘ik weet dat ik je hierna misschien wel niet meer ga zien, maar ik wil toch graag afscheid nemen op mijn eigen manier.’

Ik glimlach.

‘wil je met me naar bed?’

Tom bloost, en knikt.

‘ik zou het wel heel fijn vinden.’

Ik zucht.

‘ik weet het niet…’

Tom kijkt me lief aan.

Ik duw hem weg,

‘als je zo kijkt, kan ik toch geen nee meer zeggen!’

En we lopen samen naar boven toe.











Ik kijk door de gordijnen naar buiten toe. Nu kan ik me beter herinneren wat er was gebeurt. Langzaam sta ik op. Nu ligt tom langs me. Het was ongeveer hetzelfde als met bill. Alleen vroeg bill meer of ik het fijn vond, en of hij het goed deed. Tom hoefde dat niet te vragen, want het was perfect.

Ik loop zachtjes naar beneden toe. Het is nog vroeg. Ik maak een lekker ontbijtje voor ons klaar.

Tom komt ook naar beneden toe. Hij doet zijn haren in een staart, en doet zet zijn pet op. Het ziet er grappig uit. Ik glimlach.

‘hier, eet maar op.’

En ik schuif een bord geroosterd brood met boter en suiker naar hem toe. Smakelijk eet hij het op.

Ik glimlach.

‘ga je spullen maar pakken. En gelijk die van bill. Jullie moeten gaan.’

Tom zucht.

‘is goed.’

En hij sjokt naar boven toe, om zijn spullen te pakken. Ik zucht. Ik heb helemaal geen zin om weer alleen te zijn. ik ga vanmiddag wel op Hugo rijden. Dat heb ik ook al lang niet meer gedaan.

Tom geeft me nog een laatste kus. Van bill krijg ik ook nog een zoen. Dan stappen ze in de bus. Ik zwaai ze uit tot ze om de hoek zijn. langzaam loop ik terug. Als ik in de wei ben, loopt Hugo snel op me af. Ik borstel hem helemaal glanzend, en leg het zadel erop. Dan ga ik rijden. Lekker hard. Ik heb zin om te springen. Ik stuur Hugo naar het hek toe, en hij sprint er moeiteloos overheen. Ik glimlach.

‘goedzo schat. Nu ken ik je weer.’





























‘je moet deze medicijnen er ook nog bij slikken.’

Ik kijk de dokter geschrokken aan.

‘nóg meer? Ik slik nu al 8 pillen per dag!’

‘tja. We kunnen verder niks voor je doen.’

‘ik had eigenlijk nog een vraagje.

De medicijnen die ik nu slik,, ik word niet meer ongesteld.. al twee maanden niet meer.’

‘de medicijnen kunnen dat niet beïnvloeden.’

ik knipper even met mijn ogen.

‘dus dat betekend..’

De dokter haalt zijn schouders op.

‘dat is de meest voor de hand liggende rede. Als je het zeker wilt weten moet je een test halen.’

Ik sta op.

‘dat zal ik dan meteen maar gaan doen. Doei!’
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:57 am

Ik zak neer op de bank. Ik kijk ongelovig naar de uitslag van de test. Ook de andere bekijk ik. Allebei geven ze hetzelfde aan: ik ben zwanger..

Boos en verdrietig op mezelf gooi ik de testen op de grond. Er rolt een traan over mijn wang. Ik weet niet eens wie de vader is..dan ga ik naar Hugo toe. Ik knuffel hem, en geef hem een kusje op zijn nek.

Het lijkt net of hij voelt waar ik het over heb. Na een kwartiertje krijg ik het koud, en ga ik weer naar binnen toe. Ik weet niet wat ik moet doen.

Tom en bill bellen?

Het kind weg laten halen?

Niks vertellen?

Ik denk dat niks vertellen het beste is. Ik zie de boekjes van tom en bill op tafel liggen.

Ik leg ze onder in de kast.















Blij leg ik de telefoon neer.

Ze hebben een donor gevonden. Rustig loop ik naar Hugo toe. Hij staat al bij het hek.

‘ik ga niet dood. Ze hebben een donor. Ik ga vanmiddag naar het ziekenhuis om alles te regelen en zo. Ik ben zo blij!’

Lachend loop ik weer naar binnen toe.

Ik kijk naar mijn telefoon.

Zal ik tom en bill bellen?

Nee..



























Ik gooi mijn fiets neer op de grond, en loop boos naar Hugo toe.

‘snap jij het nou? Ze willen me alleen helpen als ik abortus pleeg, of nadat mijn kind er is! Ik vind het zo gemeen! Dan moet het maar wachten!’

Ik ben blij dat ik tom en bill niet had gebeld. Ze zouden nu dan ook moeten weten dat ik zwanger ben, maar ik weet niet van wie.































Ik sta voor de spiegel. Over een week komt mijn kind.

Moe ga ik weer zitten.

Een kind is gevaarlijk voor mijn gezondheid, maar ik wilde het niet weg laten halen. Ik ben de laatste tijd ook veel meer moe, en ik kan ook niet meer op Hugo rijden.

Ik wou dat mijn ouders hier nog waren…

Ik pak het fotolijstje op mijn slaapkamer, en omhels het. Mijn ouders staan erop. Die foto was een week gemaakt voor hun ongeluk.























Uitgeput word ik wakker. Moeizaam krijg ik mijn ogen open. Er komt een dokter aangelopen

‘de keizersnee is goed gelukt.’ En ze geeft me een buideltje dekens aan. In mijn andere arm legt ze ook een hoopje dekens. Ik kijk naar de twee schatjes in mijn armen.

‘het zijn twee jongetjes.’ Zegt de zuster lief. Ik glimlach. Ze zien er zo lief uit. De een heeft zwart haar, en de ander blond. Ik glimlach in mezelf.

Ik ben moeder. Alleen de vader weet het nog niet.

De zuster legt een namenboekje op mijn tafeltje.

‘zoek maar leuke namen uit. Het zijn schatten van kinderen. Ze hebben bijna niet gehuild, en verder is alles goed met hun.’

Ik glimlach.

‘Dankjewel’

Eigenlijk heb ik het boekje niet nodig. Ik weet de namen al.

Die met de zwarte haren heet Hugo. Net als mijn paard heeft hij ook bruine ogen.

De blonde weet ik nog niet zeker. Het moet iets zijn wat echt een betekenis heeft. De betekenissen van tom en bill ken ik niet echt. Ik weet niet wat ze vinden van bepaalde namen. Ik begin zelf te denken. Hans, Henk, Heyden. Heyden. Heyden! Mijn blonde zoon heet Heyden. Ik glimlach in mezelf. Dan komt de zuster weer binnen.

‘met welk nummer kan ik de vader bereiken?’

Ik zucht.

‘hun vader is erg beroemd, en nu op toer. Hij weet niet dat hij vader is, en ik vertel het liever als hij hier is..’

De zuster glimlacht.

‘is goed.’

En ze legt Heyden en Hugo weer in hun wiegjes.

Ik kijk naar mijn tas.

Ik had thuis al een tas klaar staan, zodat als de kinderen kwamen, ik meteen kon gaan, met mijn spullen. Ook de boekjes van bill en tom zitten erin.

Binnenkort ga ik ze lezen.

Dan val ik weer achterover neer op mijn kussen.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:57 am

Moe doe ik mijn ogen open. Mijn hele lijf doet pijn. Ik kan me niet herinneren wat er gebeurt was. Ik hoor een hoop gebliep op de apparaten die op me zijn aangesloten.

Er komt een dokter binnen.

Hij pakt een stoel, en gaat langs me zitten.

‘ik heb slecht nieuws.’

Ik schrik.

Ineens komt het terug.

De nier.

Mijn kinderen

Ik kijk op de kalender aan de muur.

Meer als een week geleden was ik geopereerd.

Ik kijk de dokter raar aan. Hij begint te vertellen.

‘we hebben de nier geprobeerd aan te sluiten op je oude nier, maar het is niet gelukt.’

‘dus deze hele operatie is dus eigenlijk voor niks geweest.’

‘Nouw.. de tijd die je nog hier hebt, is nu behoorlijk minder geworden. Je hebt een zwangerschap overleefd, wat ik al heel knap vond. En nu ben je ook nog wakker geworden na je korte coma.’

‘coma!?’

Roep ik hard.

De dokter schiet in de lach.

‘je hebt nog genoeg energie. Maar inderdaad. Een coma. Je hebt een week in coma gelegen. Je kinderen zijn naar de kinderafdeling gebracht, zodat ze daar ook rust krijgen. Vanmiddag komen ze wel even langs,als je wil.’

Ik knik langzaam.

‘hoe lang heb ik nog te leven?’

De dokter zucht.

‘ik denk hooguit maar een paar weken.’

Ik zak neer op mijn kussen.

‘mijn tas. Waar is hij? Ik moet een telefoontje plegen.’

De dokter haalt mijn tas.

‘en deze lag op je tafeltje. Alsjeblieft.’

De dokter geeft me de tas en de twee boekjes aan. Dan gaat hij weg.

Zuchtend bel ik Tom op.

‘Met Tom.’

‘Met Marleen.’

‘Marleen, wat is er? Alles goed? je klinkt zo zwak!’

Ik merk dat tom naar buiten toe loopt.

‘vertel, wat is er?’

‘nouw, het is heel belangrijk, maar ik durf het eigenlijk niet te zeggen.’

‘zeg het maar.’

‘ik ben sneller dood als ik dacht. De operatie is mislukt.’

‘wat!?’

‘de operatie is mislukt.’

‘echt waar? Wanneer was die dan?’

‘vorige week.’

‘en je belt nu even op??’

‘ik heb in coma gelegen, en ben net een kwartiertje wakker, hoor!’

‘ow, sorry. Maar we zijn nu in Amerika. Het duurt wel even voor we bij jou zijn.’

‘je had beloofd de toer af te maken.’

Ook moet ik denken aan de andere belofte. Ik ben geen hoer.

Ik schrik wakker uit mijn gedachtes omdat tom tegen bill aan het schreeuwen is.

‘ik ga gewoon langs! Het kan me niets schelen!’

‘tom, ze wil het niet! Respecteer haar mening eens! Nee is nee.’

‘maar ze is over een week dood!’

‘WAT!?’

‘ze is over een week dood.’

Ik hoor dat bill de telefoon af pakt.

‘ben je dood?’

Ik glimlach in mezelf.

‘over een week, ongeveer. De operatie is mislukt.’

‘ik kom langs.’

‘wat zei je net over mening respecteren??’ hoor ik tom hard roepen.

Ik zucht.

‘jongens. Jongens!’

Ik heb de energie niet om hard te roepen, en ze horen me niet. Ik hang op.



Ik pak het boekje van tom.



Marleen.

Ik weet niet waar ik nu ben als je dit leest, maar ik denk dat ik niet meer bij je ben. En ik weet ook dat ik je dan heel erg ga missen.

Ik vond de tijd met jou heel leuk, en ik hoop dat jij dat ook vond.



Ik belde je op, en meteen wist ik met wie ik te maken had. Met een leuke meid waar ik later veel van zou gaan houden.

Toen ik uit de toerbus stapte, en ik zag hoe je bill omhelsde was ik heel verlegen. Ik dacht dat ik geen kans maakte, maar je was heel lief voor me.

Toen hoorde ik van Hugo.

Het was echt verschrikkelijk. Als bill jou niet van mij af zou pakken, zou hij dat wel doen. Ik had meteen spijt dat ik was gekomen, maar wilde eigenlijk niet meer weg. Toen wilde jij ons weg, en ging ik.



1

Haar ogen zijn zo mooi. Zo helder groen, en ze passen zo mooi bij haar lippen. Ik vind het zo moeilijk. Dat mooie bruin haar.. ik zou er best nog een keer doorheen willen woelen. Toen ik hoorde dat ze nog maar twee jaar te leven had, had ik het met haar te doen. Ik snap het wel.

Een engeltje hoort niet op aarde. Ik hoop dat ze later over me waakt, als ze er niet meer is. Dat ze dan toch bij me is, ook al merk ik het niet. Ik heb iedereen die ik ken zijn nieren laten testen, om zo een goede nier te vinden. Ik hoop dat het gelukt is. Ik kan echt niet zonder marleen.



2

Ik heb stiekem in haar portemonnee gekeken of ik een foto van Hugo zag, maar die was er niet. Ik moet nog zo veel vragen.



3

Ik heb een foto van een oud stel gevonden. Ik heb geen idee van wie het is.

Ik voel me een beetje een detective. marleen vertelt niet zo veel.. eigenlijk helemaal niks, maar ik durf er niet om te vragen.



Ik zucht. Ik vind het moeilijk om dit te lezen. Ik had ze graag verteld over Hugo, mijn ouders, mijn kinderen.

Maar het kon niet.



Tom.

Je bent nu bij mij thuis, en ik ben bijna dood. Ik moet je toch even iets belangrijks vertellen. Ik denk dat je nu heel boos op me zult zijn, maar vergeef het me. Ik probeer het ook goed te doen..

Ik ben moeder van een schattige tweeling. Ze zijn net twee weekjes oud. Hugo en Heyden. Maar ik weet niet wie de vader is. Jij of bill.. ik heb jullie daarom ook niks verteld.

Door die zwangerschap moest die niertransplantatie uitgesteld worden. Ik was zwak, maar moest toch geopereerd worden. Dat mislukte. Ik voelde me toen erg schuldig, dat ik niks had gezegd.

Hugo is de vader niet, want Hugo is namelijk geen mens. Hij is mijn paard dat in mijn wei staat.

Ik heb nooit gezegd dat hij een mens was. Hij was mijn vriend. En hij was mijn schat.

Ik heb het verhaal opgehangen, om jou niet te kwetsen, en om geen keuze te hoeven maken tussen jou en bill. Want dat kan ik niet. Nog steeds niet.

Ik beloof je dat ik over je zal waken, en je zal laten merken dat ik er ben.

En ik wil graag dat je mij ook iets beloofd.

In Die Nacht spelen op mijn begrafenis. Dat zou ik zo geweldig vinden. Zou je dat voor me willen doen? Je zou me zo veel plezier doen. Dat nummer doet me herinneren aan jullie. En ik hoop dat jullie met dat nummer ook aan mij denken.

Blijf vooral verder muziek maken. Je maakt er veel mensen gelukkig mee.

Marleen.



Er rolt een traan over mijn wang op het boekje.

Bij bill schrijf ik bijna hetzelfde op.

Ik heb nog maar even te leven, en ik vind het verschrikkelijk om zo dood te gaan.

Ineen word ik heel erg moe. Ik sluit mijn ogen. Ik kan er niks aan doen.

Langzaam voel ik dat ik weg zak.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  THfan zo mei 04, 2008 9:58 am

2.

‘In mir
Wird es langsam kalt
Wie lang könn wir beide hier noch sein
Bleib hier
Die Schatten wollen mich holen
Doch wenn wir gehen,
dann gehen wir nur zu zweit
Du bist
Alles was ich bin
Und alles was durch meine Adern fließt
Immer
Werden wir uns tragen
Egal wohin wir fahren
Egal wie tief

Ich will da nicht allein sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht
Irgendwann wird es Zeit sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht

Ich höre
Wenn du leise schreist
Spüre jeden Atemzug von dir
Und auch
Wenn das Schicksal uns zerreißt
Egal was danach kommt
Das teilen wir


Ich will da nicht allein sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht
Irgendwann wird es Zeit sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht


In die Nacht
Irgendwann - In die Nacht
Nur mit die zusamm
Halt mich
Sonst treib ich
Alleine in die Nacht
Nimm mich mit
Und halt mich
Sonst treib ich


Alleine in die Nacht

Ich will da nicht allein sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht
Irgendwann wird es Zeit sein
Lass uns gemeinsam - In die Nacht


Du bist alles was ich bin
Und alles was durch meine Adern fließt’









Het voelt zo erg. Ik loop naar bill toe. Hij kan me niet zien, of horen. Ik geef hem een kusje op zijn wang. Hij merkt het niet. Tom zet zijn gitaar weg. Er lopen veel tranen over zijn wangen. Bij mij ook.



Ik voel me zo schuldig. Ik ben zo gemeen tegen hun geweest. Ze waren echt verdrietig toen ze het bericht kregen. Ik heb het gezien. Ik zat tussen hun in. Ze gingen naar Hugo toe, en zagen het bordje dat op het hek gespijkerd was. Hugo <3 Marleen, stond er.



Ze waren verdrietig toen ze de sleutel naar mijn zolderkamer vonden, en zichzelf aan de muur zagen hangen. Ze wisten dat ik echt van hun hield.

Ze hebben mijn dagboek gelezen, maar het maakt me niet uit.

Er staat in dat ik zoveel van hun houd.

Dat doe ik ook echt.





Tom en bill staan op. Ik loop met ze mee. Ze tillen allebei een kind op. Tom Hugo, en Bill Heyden.



Ze hadden besloten geen DNA-test uit te voeren, om er zo achter te komen wie de vader is. Ze willen allebei vader zijn.



De band ligt stil. Misschien valt hij wel uit elkaar. Ik vroeg ze om muziek te blijven maken.

Gustav was op dezelfde dag geopereerd als ik. Hij had de nier afgestaan.

De band moet rustiger aan doen, want Gustav is nog zwak.

Als ik had geweten dat hij mij een nier zou geven, had ik nooit ja gezegd.



Ik zie hoe mijn kist langzaam naar beneden gaat. Het voelt onwerkelijk. Ik zie hoe iedereen staat te huilen. Tom legt zijn gitaar op de kist, en dan word er zand over gegooid.

‘dan kan je altijd nog spelen, als je wil.’

Zegt Tom zacht.

Er rollen nu ook tranen over mijn wangen.
THfan
THfan
Admin

Aantal berichten : 152
Registration date : 27-04-08

https://tokiohotelverhalen.actieforum.com

Terug naar boven Ga naar beneden

In Die Nacht Empty Re: In Die Nacht

Bericht  Gesponsorde inhoud


Gesponsorde inhoud


Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven

- Soortgelijke onderwerpen

 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum